Misery loves company, maar freelancers ook

Vandaag was nieuw. Voor het eerst was ik werknomade. Het was nodig. Hard nodig. Anderhalf jaar werk ik nu vanuit huis, als freelancer. Daarvoor had ik voornamelijk kantoorbanen, zo’n dertig jaar lang, altijd in loondienst. Administratief werk was dat eerst, iets met ziektewet- en WAO-utkeringen. Daarna werd ik bedrijfsjournalist. Zo noemden ze dat. Ik schreef voor personeelsbladen, relatiemagazines, brochures, websites, noem maar op. Leuk hoor. En dat was dan altijd met collega’s. Dat wil zeggen, in den beginne. In de jaren tachtig, negentig was er nog flink wat sociaal verzekeringsgeld uit te geven toen en dat kon ik niet in mijn eentje. Ik deed dat toen samen met een hoop andere mensen, op zo’n grote kantoortuin.

Schrijven is anders, dat kun je best goed alleen doen. Maar ik deed dat op een redactie, met een aantal collega-bedrijfsjournalisten. Dat was gezellig en ook reuze praktisch. Je kon toetsen, sparren, reflecteren, zeuren en zaniken en elkaar vervangen. Lang duurde dat niet, na nog geen jaar zat ik alleen op die kamer. De collega’s waren…. weg. Andere baan, rustig thuis, overleggen met de advocaat, dat soort dingen. En sindsdien heb ik eigenlijk altijd alleen gewerkt, op nu en dan wat externe ondersteuning na. Dat was wel op een kantoor met collega’s, maar steeds alleen op een kamertje. Heel inspirerend was dat niet, merkte ik. Het is best fijn als er vakbroeders zijn met wie je kunt klankborden, die je helpen je punten te slijpen. Dat miste ik wel. Aan de andere kant was het wel fijn rustig en ging schrijven toch ook best lekker in stilte.

Freelancer loves company

Januari 2015 begon ik voor mezelf. Het was wel tijd om op eigen benen te staan, ik was immers al een halve eeuw oud. Als tekstschrijver annex fotograaf is het makkelijk hoor. Je gaat gewoon thuis achter de computer zitten en je begint te tikken, of je bewerkt je foto’s. En als je zo’n fijn huis hebt als ik, dan is het min of meer een feestje. Geen woon-werk verkeer meer, altijd je eigen lekkere espresso, snorrende poes op schoot, man man man.
Maar toch. Het is wat stil. Al werkte ik op kantoor al jarenlang alleen, het is toch anders wanneer je niet even de kamer van een collega kunt binnenlopen om te vragen of… nou ja, wat dan ook. Gelukkig zijn er wel wat mogelijkheden om onder de mensen te komen. Koffietentjes met wifi bijvoorbeeld. Supertrendy. Een paar jaar geleden tenminste. In Berlijn, waar nogal wat trends geboren worden, zijn er al de nodige koffiezaken waar werknomaden niet welkom zijn. Dat zal hier dan ook wel hip worden, over een poosje. Nu nog niet hoor. Nu ben je nog reuze welkom bij bijvoorbeeld Coffee Company om met je laptop neer te strijken. Dus dat deed ik. Ik trakteerde mezelf op een fijne americano en schoof aan aan een lange tafel waar een stuk of vijf gelijkgestemden zeer relaxt zaten te tikken. Geen bekenden van me, en allemaal een jaar of 25 jonger dan ik. Van een gesprek over het weekend, boer zoekt vrouw of voetbal zag ik het zo één twee drie niet komen. Niet erg hoor, er moest een blog getikt. En dat ging me toch lekker, zo tussen de mensen!

Freelancer loves company 2

Van te voren was ik nog wel bang geweest dat het na al die jaren kluizenaarschap te rumoerig zou zijn maar dat viel reuze mee. Totdat de stratenmakers aan de gang gingen. Buiten, wel te verstaan, maar evengoed met veel bombarie. De poller was verwijderd en de klinkers moesten er weer in. Op de gracht liggen ze netjes op hun plek, stevig aangestampt. Het kan zijn dat er hier zo links en rechts eentje verkeerd staat.